Bij de start van deze raadsperiode, inmiddels bijna twee jaar geleden, kozen we ervoor om met daadkracht en lef de grote crises van deze tijd te bestrijden. De klimaatcrisis, de wooncrisis en de kloof tussen arm en rijk; allen vroegen en vragen om dringende oplossingen.
Ambitieus zijn we samen met onze inwoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers van start gegaan om verder te bouwen aan een duurzaam, groen, kansrijk en verbonden Arnhem en daarmee onze stad klaar te maken voor de toekomst. Een toekomst waarin voor alle Arnhemmers goede, betaalbare en geïsoleerde woningen beschikbaar zijn om fijn in te wonen. Waarin we de transformatie maken naar duurzame energie en investeren in een gezonde en veilige leefomgeving waar kinderen en jongeren onbezorgd kunnen opgroeien. Waar elke Arnhemmer verzekerd is van bestaanszekerheid en bovendien volop kansen krijgt om te bereiken wat hij, zij of hen wil. Ook als je start met een achterstand. Waar we werken aan een groene, circulaire stad, waarin het prettig leven is voor mens en dier. Waar inwoners naar elkaar omzien en waar we nieuwe Arnhemmers verwelkomen die verdreven van huis en haard op zoek zijn naar een veilig heenkomen.
Inmiddels zijn we halverwege de raadsperiode. Een aantal grote beslissingen hebben we al achter de rug of zijn in gang gezet. Er zijn belangrijke plannen vastgesteld, zoals het Integraal Huisvestingsplan onderwijs (IHP) waarmee we gaan investeren in onderwijs, de Woonvisie en de Omgevingsvisie. Het Duurzaam Mobiliteitsplan en het Plan Gezonde Leefomgeving zijn onlangs aan uw raad aangeboden. Nu al deze ambities, acties en plannen zijn of worden besproken, richten we ons de komende jaren vol op de uitvoering en op realisatie. Onze ambities met betrekking tot wonen en de groei van de stad krijgen gelukkig al steeds meer écht vorm, de planvoorraad is de afgelopen twee jaar zeer hard gegroeid naar in totaal 18.000 woningen (waarvan ongeveer 4500 woningen in plannen zijn vervat die vergevorderd zijn). Ook hier breekt een fase aan om deze plannen richting de uitvoering en de bouw te brengen.
Zekerheid in onzekere tijden
Sinds de start van deze raadsperiode is de wereld echter niet stil blijven staan. Gruwelijke oorlogen in onder meer Gaza en Oekraïne woekeren voort, de inflatie is hoog en prijzen blijven stijgen. Ook andere vraagstukken dienen zich aan. Zo zijn er onzekerheden rondom netcongestie waardoor het onduidelijk is of alle toekomstige (woon)projecten op het elektriciteitsnetwerk kunnen worden aangesloten.
De afgelopen jaren hebben we amper in rustig vaarwater kunnen komen. Overheden hebben moeten reageren op crisis na crisis en hebben geld en mankracht beschikbaar moeten stellen om bijvoorbeeld om te gaan met stijgende energieprijzen en de wereldwijde pandemie. De wereld om ons heen is volop in beweging, en het blijft zoeken naar zekerheid in onzekere tijden.
Ook onze gemeentelijke financiële situatie kent veel onzekerheden. Die zijn voor een groot deel het gevolg van de hiervoor genoemde opgaven waarmee we te maken hadden. Hoewel in voorgaande jaren vooruitzichten soms ook onzeker waren, hebben we op koers kunnen komen door middel van incidentele uitgaven en een structureel sluitende begroting. Tegelijkertijd hebben de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november helaas nog geen nieuw kabinet voortgebracht, waardoor we – evenals andere gemeenten – nog steeds in onzekerheid zitten over onze financiële positie.
Dit betekent dat we ons zullen moeten verhouden tot deze financiële werkelijkheid, maar dat neemt uiteraard niet weg dat we ons volop zullen blijven inzetten voor de door ons ingezette koers en met de ambities waarmee we twee jaar geleden zijn gestart.
Grote financiële uitdagingen
De oorsprong van onze financiële uitdagingen ligt grotendeels in de korting op het zogeheten Gemeentefonds. Gemeenten krijgen via dit Gemeentefonds geld van de rijksoverheid om de taken uit te voeren. Vanuit Den Haag is echter (eenzijdig) besloten om gemeenten vanaf 2026 te korten voor een bedrag van ongeveer € 3 miljard. Voor de gemeente Arnhem betekent dit zogeheten ‘ravijn’ dat we ruim € 30 miljoen minder te besteden hebben. Daar bovenop zorgt de aangekondigde invoering van een nieuw verdeelmodel Beschermd Wonen voor Arnhem voor een nadeel dat oploopt tot € 23 miljoen in 2028. Beide tegenvallers hebben we vorig jaar al verwerkt in het financieel beeld van 2024-2027. Ondanks alle financiële uitdagingen is het ons – in tegenstelling tot de meeste gemeenten – in 2024 gelukt om de begroting structureel sluitend te maken.
Dit neemt niet weg dat we de komende jaren voor behoorlijke grote financiële uitdagingen staan. Nog los van de onzekerheden over het nog te installeren kabinet, heeft inflatie geleid tot hogere prijzen in de markt en hogere salarissen bij onze eigen en vrijwel alle organisaties waar wij mee werken. Dit werkt door in tarieven en subsidies. Met name in het zogeheten sociaal domein heeft dit grote gevolgen. Daarnaast lopen de kosten in vooral de jeugdzorg fors op. Niet alleen doordat er meer kinderen en jongeren een beroep hierop doen, maar ook doordat de duur en intensiteit van hun behandeling is toegenomen. Deze stijgende kosten kunnen we niet zomaar opvangen, mede doordat we hiervoor te weinig geld van het Rijk krijgen. Ook de investeringen die we doen en kosten die we maken voor de uitvoering van het Integraal Huisvestingsplan (IHP) Onderwijs 2024-2039, waarin we de komende 16 jaar het pad naar vervanging en renovatie van de huidige schoollocaties beschrijven, zorgt voor een financiële uitdaging.
In de recent verschenen Voorjaarsnota komt het demissionaire kabinet gemeenten enigszins tegemoet door vanaf 2026 de oploop van de opschalingskorting te schrappen, waardoor de eerdergenoemde korting van € 3 miljard verlaagd wordt naar € 2,3 miljard en door te kiezen voor een passende indexering van de Wmo. Dit is vooralsnog verwerkt in deze Perspectiefnota. Besluitvorming over de Voorjaarsnota en de vorming van een nieuw kabinet kunnen op een later moment leiden tot aanpassingen in deze afspraken.
Indien volledige compensatie vanuit Den Haag uitblijft, heeft dat grote gevolgen voor de ontwikkeling van én in de stad. Bovendien zal het leiden tot gevolgen die nog jarenlang kunnen nawerken. Reageren met bezuinigingen zou voor de gemeentelijke begroting technisch gezien een ‘oplossing’ zijn, maar voor onze stad zelf juist een groot probleem. Tegelijkertijd kunnen we als gemeente niet meer geld uitgeven dan dat er binnenkomt. Het is dus van essentieel belang dat het Rijk de noodzakelijke budgetten via het Gemeentefonds aanvult. We zullen daar dan ook consequent, samen met de VNG, op aan blijven dringen.
In de tussentijd bereiden we ons voor op datgene wat nodig is voor een sluitende begroting, in ieder geval voor het jaar 2025. Daarbij zullen we ook kritisch moeten kijken naar het tempo waarin we uitvoering kunnen geven aan de ambities om Arnhem klaar te maken voor de toekomst. We zullen keuzes moeten maken en bekijken waar we het meest kunnen besparen met de minste impact op de stad. Tegelijkertijd bekijken we hoe we met minder middelen toch goede resultaten kunnen behalen.
Financieel beeld voor de jaren 2025 - 2028
Om tot deze Perspectiefnota te komen, volgen we het begrotingsadvies van de VNG op. Kern van dit advies is om in 2025 te komen tot een sluitende begroting en voor de jaren daarna ombuigingsmaatregelen mee te geven, waarover we graag met uw raad in gesprek gaan. Hierbij is het dus belangrijk om na te denken over maatregelen die genomen kunnen worden om flinke tekorten op te vangen, maar waarbij voorkomen dient te worden dat we te vroeg onnodige en onomkeerbare ombuigingen in gang zetten.
In deze Perspectiefnota schetsen we het reële financieel beeld voor de jaren 2025-2028. Voor dit beeld was het van belang om voor 2025 de zaken op orde te krijgen en tot een sluitende begroting te komen. Om dat te realiseren, hebben we nu al moeilijke keuzes moeten maken om loon- prijs- en volumestijgingen op te vangen en onontkoombare ontwikkelingen – zoals kostenstijgingen van wettelijke taken – te bekostigen.
De financiële voorstellen uit deze Perspectiefnota zorgen er gezamenlijk voor dat we in 2024 en 2025 uitkomen op een structureel sluitende begroting. Ook komt de weerstandsfactor in 2025 boven de minimale norm uit, namelijk op 1,1. Deze voorstellen werken uiteraard voor een deel ook al door in de jaren daarna. We stellen in deze Perspectiefnota voor om in 2024 structureel € 3,5 miljoen oplopend naar € 18,8 miljoen structureel vanaf 2028 om te buigen. Dit is een combinatie van een verlaging van lasten en een verhoging van opbrengsten. Daarnaast stellen we voor in 2024 voor € 7 miljoen incidenteel te bezuinigen, in 2025 voor € 4 miljoen, in 2026 voor € 4 miljoen, in 2027 voor € 3,6 miljoen en in 2028 voor € 0,5 miljoen.
Om tot deze Perspectiefnota te komen hebben we scherpe keuzes moeten maken, waarbij een aantal uitgangspunten voor ons als een paal boven water stonden. Het is voor ons van belang om geen korte termijnbeslissingen te nemen die op de lange termijn schadelijk zijn. Daardoor hebben we het vooral nodig gevonden om in te boeten op die posten waar op korte termijn minder middelen aan uitgegeven kunnen worden. Deze beslissingen kunnen uiteraard negatieve gevolgen hebben voor inwoners en partijen in de stad. Voorop staat dat we niemand zullen laten vallen en niet zullen tornen aan de basis om te leven en mee te kunnen doen. Indien uw raad bepaalde bezuinigingsvoorstellen onwenselijk vindt, geniet het de voorkeur om deze te ruilen voor concrete andere voorstellen die een gelijk bedrag opbrengen. Graag gaat het college met uw raad hierover in gesprek, ook omdat we deze eventuele nieuwe maatregelen dan tijdig kunnen voorbereiden.
Voor de jaren 2026 en verder zullen we aanvullende ombuigingen moeten voorbereiden, aangezien er in de jaren 2026 en 2027 een (beperkt) structureel tekort resteert, dat in 2028 oploopt naar ruim € 11 miljoen. In lijn met het VNG-advies lossen we dat nu nog niet op omdat dat nu nog prematuur is. Niet alleen om de druk te houden op Den Haag, maar ook omdat de meicirculaire er nog aan komt en het nog onduidelijk is wat een nieuw regeerakkoord zal brengen. Vanwege deze nog te verwachte ontwikkelingen, geven we uw raad in deze Perspectiefnota al wel mogelijke maatregelen en richtingen mee die we zouden kunnen uitvoeren om het tekort dat optreedt na 2026 op te vangen. Ook dit is in lijn met het VNG-advies.
De denklijnen voor bezuinigingen die we aan u voorleggen zijn in te delen in de volgende categorieën:
- Nieuwe voorstellen die nog stopgezet kunnen worden, bijvoorbeeld omdat ze nog niet zijn vastgesteld door uw raad, nog niet verwerkt zijn in de begroting of omdat er nog geen concrete afspraken over de uitvoering gemaakt zijn.
- Mogelijke structurele of incidentele bezuinigingen
- Mogelijkheden voor extra opbrengsten
Deze opties zijn opgedeeld in vier blokken: Sociaal, Fysiek, Organisatie en Opbrengsten, waarbij we per blok ombuigingsmaatregelen hebben geschetst. Graag voeren we hierover eerst het gesprek met uw raad en bekijken we aansluitend hoe we betrokken partijen in de stad bij de verdere uitwerking kunnen betrekken.
Sociaal
Onze stad groeit en de verwachting is dat het beroep op de sociale voorzieningen in de komende jaren verder toeneemt. Wij willen dat onze inwoners die de zorg en ondersteuning het meest nodig hebben, ook in de toekomst toegang blijven houden tot goede en betaalbare voorzieningen. Dat jongeren opgroeien met perspectief en alle Arnhemmers kunnen rekenen op bestaanszekerheid om de tweedeling tussen arm en rijk te doorbreken. De realiteit is echter dat het steeds minder goed lukt om de stijgende vraag naar zorg en ondersteuning op te vangen. We kampen met personeelstekorten, wachtlijsten in de zorg, volumeontwikkeling in de zorg en jeugdzorg, een toenemend aantal ouderen, een groter beroep op mantelzorgers en vraagstukken rondom bestaanszekerheid. Het college wil bij de bespreking van de Perspectiefnota met de Raad in gesprek over enkele denkrichtingen om dit samenstel aan uitdagingen te lijf te gaan. Denkrichtingen waarmee we kunnen komen tot een andere manier van werken, waarmee we scherper kunnen kiezen en op termijn mogelijk besparingen of minder meerkosten kunnen realiseren.
Fysiek
De uitdagingen die zich in het fysieke domein voor de toekomst aandienen zijn aanzienlijk en vereisen dus ook flinke investeringen. Onze inspanningen in het fysieke domein zijn gericht op het maken van Arnhem tot een stad die niet alleen op de korte termijn, maar vooral ook op de lange termijn, toekomstbestendig, groen en leefbaar is. We hebben de opgave om veel woningen en werkplekken te realiseren, terwijl ruimte schaars is. Om de stad succesvol te verdichten, zijn veranderingen in mobiliteit en vergroening noodzakelijk. Bovendien dienen we noodzakelijke investeringen te doen voor de overgang naar duurzame energie. Juíst ook omdat onze blik is gericht op de lange termijn, maken we bewuste keuzes die het welzijn van dieren en de biodiversiteit ten goede komen.
Zonder voldoende structurele middelen zullen onze inspanningen aanzienlijk worden belemmerd. Tegelijkertijd zijn er uiteraard wel keuzes te maken om taken niet meer uit te voeren, ambities aan te passen en/of om projecten te temporiseren. Daardoor kunnen we soms niet alles meer op het door ons gewenste tempo uitvoeren.
Organisatie
In een maatschappelijke omgeving die steeds meer onzekerheden brengt, zoals stikstof-problematiek, netwerkcongestie, de krappe arbeidsmarkt en veel kostenstijgingen werkt de organisatie voortdurend aan het hanteerbaar maken van de werkdruk en een realistische planning van activiteiten. Daarbij korten we in geval van inhoudelijke bezuinigingen zoals beschreven in deze Perspectiefnota steeds de bij die activiteiten behorende personele formatie. Voor het jaar 2025 voorzien wij, als onderdeel van het totale pakket, een verlaging van de loonsom met ruim € 3 miljoen.
Opbrengsten
Er kan financiële ruimte worden gecreëerd door het verhogen van de lokale heffingen (woonlasten). De beleidsvrijheid is hierin niet onbeperkt, omdat bepaalde tarieven bijvoorbeeld maximaal kostendekkend mogen zijn. In deze Perspectiefnota is een aantal concrete voorstellen gedaan voor aanpassing van de parkeerbelasting en toeristenbelasting. In dit blok worden daarnaast andere mogelijke of aanvullende scenario’s geschetst.
Klaar voor de toekomst
Onze inspanningen voor de stad blijven erop gericht om Arnhem verder klaar voor de toekomst te maken. Dat is ook de reden dat we ervoor kiezen om ondanks de bezuinigingen, jaarlijks meer dan een miljoen structureel beschikbaar te stellen voor het uitvoeren van het IHP. Want hoewel de realiteit nu is dat er minder middelen beschikbaar zijn om ons doel te bereiken, neemt dit niet weg dat we doorgaan op de ingeslagen weg om vol ambitie toe te werken naar een Duurzaam, Groen, Kansrijk en Verbonden Arnhem. Tegelijkertijd zullen we onophoudelijk bij het Rijk blijven aandringen op meer middelen. Die lobby zullen we gezamenlijk op moeten pakken, vanuit het college, de raad, maar ook met andere decentrale overheden.
Essentieel is dat onze aantrekkelijke stad ook op de lange termijn een plek is waar mens en dier prettig kunnen leven. Een stad waarin iedereen welkom is, iedereen ertoe doet en iedereen op zijn, haar of hun manier kan meedoen. Hoewel we de komende jaren moeten prioriteren, lopende plannen en projecten moeten temporiseren en – soms pijnlijke – keuzes zullen moeten maken, staan deze Arnhemse kernwaarden niet ter discussie.
De komende jaren kunnen we minder besteden dan de jaren hiervoor. Dat heeft vanzelfsprekend consequenties voor alle partijen waarmee we samenwerken. Die pijn zullen we zoveel mogelijk eerlijk moeten verdelen, waarbij voorop staat dat we onze mooie stad niet laten afbrokkelen. Zowel binnen áls buiten de gemeente zullen we elkaar met minder middelen zo lang mogelijk vasthouden, en zo samen deze storm te doorstaan, op weg naar een stabiele toekomst.